Mijn doel is om het leven van mijn grootvader af te zetten tegenover die van mijn man. Eigenlijk is dat raar, want waarom focus ik mij niet op het leven van onze grootmoeders?
Vooroordelen en stereotyperingen
Net als veel andere familieonderzoekers begon ik mijn familieonderzoek met het uitzoeken van de mannelijke familielijn. Onbewust veronderstelde ik dat de vrouwelijke familielijn minder interessant zou zijn, omdat de vrouw na haar huwelijk vaak bij de familie van haar man intrekt en zich alleen nog maar bezighoudt met de huishouding en opvoeding van kinderen. Ik ga er vanuit dat het leven van de vrouw als het ware stopt wanneer ze trouwt.
Ik werd mij van deze veronderstelling bewust gemaakt door een mede-onderzoekster. Zij wees mij terecht op deze onterechte focus. Zij vertelde hoe ze ook de familie van haar moeder had onderzocht, juist omdat er altijd zo weinig aandacht is voor het leven van vrouwen.
Als vrouw was ik het absoluut met haar eens, maar als ik ook de oma’s meeneem in mijn onderzoek, dan levert dat wel heel veel extra werk op! Ik moet dan nog meer verhalen verzamelen, nog meer informatie inwinnen en interviews afnemen. Het uitzoeken van de vrouwelijke lijn kan soms ook moeilijker zijn, omdat vrouwen veel minder aandacht krijgen in geschiedenisverhalen.
Kunstwerk vrouwen in de geschiedenis
Pas geleden kwam ik een kunstwerk van Mathilde ter Heijne tegen, die dit heel mooi duidelijk maakte. Haar kunstwerk ‘Woman to go II’ bestaat uit twee postkaartstandaarden gevuld met foto’s van vrouwen waarvan de naam niet bekend is. Op de achterkant heeft ze de levensgeschiedenis van vrouwen beschreven, die super interessant en waardevol zijn, maar van deze vrouwen heeft zij geen enkele afbeelding gevonden.
Veranderd perspectief
Steeds vaker kijk ik tijdens mijn familieonderzoek ietwat anders naar de vrouwen in de familie Kam en Westerman. Zo bleek Mathilda Kam (1885 – 1938) met grote regelmaat tijdens haar huwelijk naar Suriname te reizen om daar haar zusje Mary Leong (1894 – 1928) te bezoeken. Haar zusje was de huishoudster van een rijke Chinese handelaar en zij kreeg één kind met hem. Via Delpher vond ik scheepsberichten waarop werd aangegeven dat zij en haar zus met hun eerste kind (dus met mijn man’s opa) afreisden naar Trinidad.
Of neem nu het verhaal van Milton’s oma Jacqueline Lieuw Jen Tai? Veel van Milton’s bekenden, maar ook familieleden, kennen haar van haar befaamde krabbenpastei. Regelmatig wordt hij er nog op aangesproken, want men herinnert nog goed die gevulde krabbenhoofden waaruit een kleine poot stak. Het was een échte delicatesse in die tijd.
Milton herinnert zich ook nog dat zijn oma rookte, luid praatte en een tatoeage op haar arm had. Men zegt dat zij die had genomen, nadat ze hem bij één van de klanten in de rumshop had gezien. Jacqueline Lieuw Jen Tai, getrouwd Kam, gedroeg zich dus absoluut niet als een ingetogen Chinese vrouw die in stilte hard werkte ten behoeve van haar gezin.
Zij heeft ook een hard leven gehad met een doodgeboren baby en het verlies van een dochter aan de malaria-epidemie in Guyana.
Ook de moeder van Jacqueline Lieuw Jen Tai, Chin ten Kwie, moet een bijzondere vrouw zijn geweest. Het verhaal gaat dat zij al eerder was geëmigreerd naar het Caraïbisch gebied en toen terugkeerde naar China om vervolgens met haar man Lieuw Jen Tai weer naar Suriname te reizen.
Zelfs mijn eigen oma begin ik interessant te vinden. Zo bleek zij als enige van al haar zussen nog tot het einde traditionele zwarte kleding te dragen. Zij hield vast aan die oude traditie, terwijl haar zussen allemaal moderne kleding droegen. Waarom, geen idee. Ik herinner mij haar vooral als een strenge vrouw, maar volgens mijn tante was ze juist heel sociaal en lief. Niet een vrouw dus, die gemakkelijk te beschrijven is. Wat heeft zij meegemaakt in haar jeugd en hoe heeft zij haar rol vervuld als boerenvrouw?
Dat zijn allemaal super interessante vragen en verhalen om te onderzoeken. Helaas moet ik keuzes maken, want ik kan niet alles tegelijkertijd doen, dus houd ik mij nog even vast aan de focus op de twee opa’s. Ondertussen houd ik wel mijn ogen en oren open voor het vrouwelijk perspectief daarbij.