Ontmoeting met Historische Vereniging van Nieuwleusen

Mijn opa, Gerrit Westerman, bezat een aantal koeien, een beetje land voor gras en rogge, plantte zijn eigen groente en oogstte fruit uit de tuin. Zijn vader en grootvader waren ook boeren. Niet een hele spannende familiegeschiedenis. Mijn verbazing was dan ook groot, toen ik hoorde dat de Historische Vereniging van Nieuwleusen onderzoek had gedaan naar mijn familie. Blijkt dat de familie Westerman sedert begin 18de eeuw op hetzelfde adres heeft gewoond, namelijk Westeinde 200.

Op een herfstdag ontmoette ik de historische vereniging in museum Palthehof, dat door hen gerund wordt. Ik nam mijn vader en mijn man mee naar dit gesprek.

In ons gesprek met René Fokkert (onderzoeker), Gees Bartels (namens het bestuur) en een nicht van mijn vader kwamen vele onderwerpen ter sprake. Niet alleen had de vereniging veel informatie over mijn familie, ze vertelden ook op boeiende wijze over het boerenleven en de geschiedenis van Nieuwleusen. Op die dag werd het zaadje geplant voor mijn interesse in de lokale geschiedenis van Nieuwleusen en Dalfsen.

Nieuwleusen ontstaan

Het dorp Nieuwleusen is in de 17de eeuw ontstaan. In de eerste helft van de 17de eeuw wilde men de veenmoerassen ten noorden van het huidige Oudleusen gaan ontginnen. Langs de huidige Oosterveen kwamen toen de eerste boerderijen te staan. Tijdens de ontginning werden er op een verhoogde zandtong enkele nederzettingen geplaatst waaronder een kerk en een schooltje. Ook bouwde de edelman Zweer van Haersolte aan het Oosterveen een havezate genaamd Oosterveen.

Kaart uit 1658, Oosterveen is blauw onderstreept op de kaart

Op de onderstaande kaart van 1773 zijn de eerste wegen al zichtbaar. Daarop is ook goed te zien hoe het toenmalige Oosterveen (nu Nieuwleusen) is omgeven door moeras.

Voordat het dorp Nieuwleusen werd gesticht, woonden er al mensen aan de Westeinde. Het Westerveen was namelijk al eerder ontgonnen en verschillende boeren hadden zich daarna daar gevestigd. Eerst huurden ze land, later bood de stad Zwolle het te koop aan.

Mijn vader herinnert zich nog dat het gebied ten noorden van het huidige Westeinde enorm drassig was. Aan het einde van de zomer, als men ging hooien, dan kregen de paarden plankjes onder hun hoeven, zodat ze niet zouden wegzakken in het land. Deze plankjes zijn nog steeds te vinden in Museum Palthehof van Nieuwleusen.

In het onderzoek naar mijn familiegeschiedenis dat de historische vereniging heeft uitgevoerd, blijkt dat de voorouders van mijn opa al sedert begin 18de eeuw in de omgeving van Nieuwleusen woonden.

De oudste rechtstreekse voorouders van alle Nieuwleusense
Westermans die ik kon achterhalen zijn Jacob Peters en Hendrikjen
Herms. Zij trouwden in 1712 in de kerk van Nieuwleusen.
Jacob en Hendrikje hebben daar ook vier kinderen laten dopen: in 1713
Jennigjen, in 1715 Jan, in 1717 Fennigjen en in 1721 Hermen Jacobs.

Uit: Erve Westerman van René Fokkert voor Historische vereniging Nieuwleusen

In 1798 heeft Harm Westerman de boerderij aan Westeinde 200 gekocht. Het behoorde toen toe aan de stad Zwolle. In eerste instantie behoorde het land toe aan Marke Rosengaerde, waar de bisschop van Zwolle en stadsbestuur van Zwolle rechten over hadden. Bij de opheffing van de Marken zijn delen van het land overgegaan naar de stad en bisdom, waaronder ook de woning en land die Harm Westerman kocht.

Eerst hoorde de boerderij aan Westeinde 200 toe aan stadsambt Dalfsen, daarna ging het gebied naar Zwolle tot waar het tot ongeveer 1800 onder viel. Toen de gemeente Nieuwleusen werd opgericht, werd het onder deze gemeente gebracht. En nu valt het weer onder Dalfsen, omdat de gemeente Nieuwleusen en Dalfsen zijn samengegaan.

Uit: interview met historische vereniging Nieuwleusen 7 september 2019

Boerenleven in Nieuwleusen en omgeving

Ik ben alleen bekend met het huidige moderne boerenleven, maar voor de Tweede Wereldoorlog en ook de eerste jaren erna zag het leven van een boer er heel anders uit.

Zo komt de jaarlijkse cyclus van het boerenleven ter sprake tijdens mijn gesprek met de historische vereniging van Nieuwleusen. In een latere blog zal ik daar dieper op ingaan. Ook hebben we het uitgebreid gehad over ‘knechten’. Dit waren vaak boerenzonen uit de omgeving, die gingen wonen en werken bij andere boeren.

Opoe Westerman had een knecht, die was kind aan huis. Hij at mee. Het was niet zoals in Friesland, waar de knechten in de schuren moesten eten terwijl de boer met familie in het huis zat. Ook rondom Dalfsen werd er wel vaak een scheiding aangebracht. De knechten en de meiden zaten in de bijkeuken, de rest in de keuken. Niet hier in Nieuwleusen, daar was de knecht écht onderdeel van het gezin.

Uit: interview Historische vereniging Nieuwleusen 7 september 2019

In latere gesprekken met mijn 80-jarige vader en diens vriendin leerde ik nog veel meer over het leven van een gewone boer. Ook hierover zal ik later uitgebreider schrijven.

Start eigen boerderij

De meeste huwelijken waren in mei, want dan was men even vrij van het knechtenwerk. De drie kinderen van Westerman, die allemaal naar de Hoevenweg zijn verhuisd (inclusief mijn opa) hebben allemaal na hun huwelijk eerst nog bij hun moeder in huis gewoond. Toen ze trouwden, moest het land klaargemaakt worden en nog een huis worden gebouwd. De eerste kinderen uit deze huwelijken zijn dan ook allemaal op Westeinde 200 geboren.

Uit: gesprek historische vereniging Nieuwleusen 7 september 2019

Mijn vader vertelt dat zijn vader met 5-6 koeien, wat varkens, kippen en een paard zijn boerderij aan de Hoevenweg is begonnen. Mijn opa had ook een akkertje met haver (soms tarwe) en rogge. Er werden ook aardappelen en voederbieten geteeld. De haver was voor de paarden en kippen, de rogge voor brood en de varkens, en aardappelen om op te eten. Dat is zo gebleven tot na de Tweede Wereldoorlog.

Men was vooral zelfvoorzienend en verkocht wat melk aan de melkfabriek voor extra inkomsten.

 Een boer verhongeren en een vis verdrinken is onmogelijk. 

Oud gezegde uit de regio

Ruilverkaveling in 1925-1926

Gemeente Nieuwleusen is de tweede gemeente, na Ameland, waar ruilverkaveling plaatsvond. Tot die tijd hadden boeren overal stukjes land, die vooral via zandpaden en tussendoor weggetjes te bereiken waren.

De versnippering kwam vooral door erving, samenvoeging van families bij huwelijken en natuurlijk via verkoop.

Bij een ruilverkaveling werd eerst het gebied in kaart gebracht en daarna een plan opgesteld voor het herverdelen van de gronden. Soms werden ook hele boerderijen verplaatst en nieuwe wegen aangelegd. Voordat de ruilverkaveling daadwerkelijk plaatsvond, moesten vrijwel alle boeren instemmen. Uiteraard was het zo dat degenen die in de commissie zaten, meer invloed hadden op de verdeling. De commissieleden waren vooral de grotere boeren en boeren met enige opleiding. De kleine arme boer had weinig in te brengen.

Bij de eerste ruilverkaveling in 1925-1926 werd ook het land van de familie Westerman verdeeld. Zij konden blijven wonen daar waar ze woonden, en kregen hun gronden dichter bij huis.

Later in de jaren ’60 van de 20ste eeuw, kreeg mijn vader met een ruilverkaveling te maken. Hij had toen al de boerderij van mijn opa overgenomen aan de Hoevenweg.

Alhoewel ik het woord ‘ruilverkaveling’ wel kende, wist ik eigenlijk nooit wat het precies inhield. Ik vraag mij dan ook af of het een typisch Nederlands fenomeen is geweest of dat het ook in andere landen heeft plaatsgevonden. Weer een onderwerp om verder in te duiken!

Soberheid

In mijn gesprek met de historische vereniging, waarbij ook een nicht van mijn vader aanwezig was, werd duidelijk dat de familie Westerman bekend stond als een hele sobere familie. Ze hadden wel geld, maar lieten het niet zien. Men was gelovig en bescheiden. Er was geen opsmuk en men ging vaak in het zwart gekleed.

Je verspilt niet. Je koopt wat je nodig bent

Uit: interview historische vereniging Nieuwleusen 7 september 2019

Er wordt aangegeven dat je op het platteland niet hoeft te pronken. Mensen hebben het gelijk door en spreken je daarop aan. Maar in de stad kan je anoniem zijn, dus om je status te verhogen ga je pronken.

In mijn gesprekken met de nog in leven zijnde zussen van mijn vader blijkt ook telkens weer dat mijn opa een zeer eenvoudige en bescheiden man was. Mijn oma is altijd in het zwart gekleed geweest, ook toen haar zussen die klederdracht afdeden en zich in kleurrijke jurken hulden. Ik zal nooit het magere lichaam van mijn oma vergeten in haar zwarte jurk.

Cultuurverschil met Dalfsen

Terwijl we spraken over soberheid, werd al snel een vergelijking gemaakt met Dalfsen waar gouden oorijzers of de hoeveelheid veren op je hoed wel degelijk status gaven. In Dalfsen werd meer gepronkt en geshowd. Er moet wel gezegd worden, dat men in Nieuwleusen over het algemeen ook armer was.

Aan het einde van ons gesprek praten we over de cultuurverschillen tussen Dalfsen en Nieuwleusen. Daar waar je in Dalfsen veel respect toonde aan de lokale adel, was daar in Nieuwleusen geen sprake van. Daar woonden alleen zelfstandige boeren.

Mijn vader vertelt dat hij altijd zijn pet afdeed als baron Alexander van Dedem (ook burgemeester van Dalfsen) langskwam. In Nieuwleusen had je dergelijke verhoudingen niet en je ziet dat daar gemeenschapszin veel belangrijker is. In Dalfsen zijn de mensen meer op zichzelf.

Ik herinner mij dat ik onbewust altijd wat negatief naar Nieuwleusen keek, alsof het een mindere plaats was dan Dalfsen. Dat gevoel van minderwaardigheid leeft nog steeds wel een beetje in Nieuwleusen vertellen de leden van de historische vereniging mij.

Echter, de gemeenschapszin van Nieuwleusen is weer veel groter dan in Dalfsen. In Nieuwleusen is men in staat is om allerlei evenementen en activiteiten van de grond te krijgen, terwijl dat in Dalfsen toch altijd maar moeizaam gaat. Men wacht daar liever af.

Wie denkt dat cultuurverschillen alleen bestaan tussen nationaliteiten, etnische groepen of grote steden heeft het dus verkeerd. Ook tussen dorpen die op minder dan 10 kilometer van elkaar liggen, kunnen grote cultuurverschillen zijn. En misschien zijn er ook nog wel verschillen binnen een dorp, tussen de adel, de burgerij en boerenbevolking bijvoorbeeld.

Meer dan 1,5 uur hebben we met elkaar gesproken en nog was niet alles verteld. Mijn hoofd liep ondertussen over, maar gelukkig kreeg ik ook informatie op papier mee.

Nooit had ik mij gerealiseerd hoe rijk en interessant de lokale geschiedenis van Nieuwleusen en Dalfsen is! Er zijn nog zoveel specifieke onderwerpen te onderzoeken, die tekenend zijn voor deze regio.


NB. Het onderzoek dat is gedaan door de historische vereniging naar mijn familie, in het bijzonder door René Fokkert, mocht ik publiceren op mijn website. Klik op deze link voor hun artikel dat in vier delen in hun magazine is verschenen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven
error: Content is protected !!